Dagboek

Eindtermen ICT

• 3. De leerlingen kunnen zelfstandig oefenen in een door ICT ondersteunende leeromgeving.
• 8. De leerlingen kunnen ICT gebruiken om op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier te communiceren.

Leergebieden

• Ontwikkeling van initiatief en verantwoordelijkheid
• Taalontwikkeling
• Mediakundige ontwikkeling

Doelen

• IVzv5 Op een constructieve manier met feedback omgaan.
• TOsn3 Een schriftelijke boodschap overbrengen.
• MEva4 Digitale communicatievaardigheden ontwikkelen.

Uitleg opdracht

• Als eerste stap maakt elke leerling een Gmail account aan. Vervolgens gaan we de werking van dit account uitleggen. Er wordt ook gewezen op de gevaren van communiceren via het internet. Niet alles wat je leest is betrouwbaar en je moet zelf ook heel goed opletten met wat je schrijft. Nadien leren de leerlingen hoe je een e-mail opstelt. De leerlingen krijgen de opdracht om een e-mail naar iemand anders van de klas te sturen. De leerkracht zetten ze mee in CC. Ze gaan een soort dagboek maken waarin ze vertellen aan hun klasgenoot wat ze tijdens de voorbije week allemaal hebben gedaan. De leerling die een e-mail ontvangt, gaat deze nalezen. Ze gaan feedback geven aan elkaar door een e-mail terug te sturen. De leerlingen trekken elk om beurt een naamkaartje. Naar deze leerling gaan ze een e-mail sturen. Op deze manier ontstaan er geen conflicten en krijgen de leerlingen de kans om met iedereen te communiceren. Deze activiteit kan dus wekelijks worden herhaald zodat er voldoende afgewisseld kan worden tussen afzender en ontvanger. 

Verantwoording

• De leerlingen krijgen de kans om wekelijks te oefenen op het zelfstandig schrijven van een e-mail. Ze leren dat je dit op een veilige manier moet doen. Hiermee springen ze verantwoordelijk mee om. Het doel is om een e-mail te leren schrijven. Ondertussen kunnen ze aan een medeleerling vertellen wat ze allemaal tijdens de voorbije week hebben gedaan. Deze aspecten sluiten mooi aan bij ICT-eindterm 3 en 8. De leerlingen krijgen elke week feedback van elkaar. Hier leren ze op een constructieve manier mee omgaan. Ze oefenen op het overbrengen van een schriftelijke boodschap doormiddel van digitaal te communiceren met elkaar. Hierdoor worden de doelen van de drie bovenstaande domeinen bereikt.
• Zo goed als iedereen van mijn stageklas heeft een GSM. Zij zijn het al gewoon om digitaal te communiceren met elkaar. De leerlingen die al beschikken over een e-mailadres mogen dit gebruiken tijdens de opdracht. Zij kunnen dan andere leerlingen mee op weg helpen die hier nog geen ervaring mee hebben. De leerlingen die zwak scoren op schriftelijke vaardigheden, kunnen extra begeleid worden door de leerkracht. Leerlingen die hier goed op scoren, kunnen ook altijd een handje helpen. Deze activiteit draagt bij tot kwaliteitsvol onderwijs. De leerlingen zijn het gewoon om te communiceren via het internet. Dit vinden ze ook leuker dan het moeten schrijven van e-mails op papier. Door de opdracht op deze manier uit te voeren, maken we het realistischer voor de leerlingen. Ze ervaren hoe het is om echt e-mails te schrijven en te versturen naar iemand. Dit zal zorgen voor een positieve bijdrage aan hun leerproces. Tijdens deze opdracht wordt gewerkt aan de pijlers 'positief en motiverend klasklimaat', 'differentiatie', 'leerlingenactiviteit', 'werkelijkheidsnabij' en 'herhaling en geleidelijkheid'.
• Om deze opdracht uit te voeren, gaan we met de hele klas naar het computerlokaal. In dit lokaal is voor elke leerling een computer beschikbaar. Hier kan elke leerlingen zelfstandig werken. De activiteit is voor het meeste van de tijd een individuele opdracht. Doorheen de les houden we ook een onderwijsleergesprek over de werking van een e-mail, hoe je dit opbouwt en welke gevaren digitaal communiceren met zich meebrengen. We maken ook gebruik van de werkvorm opdrachtvorm en meer specifiek het schrijven van een tekst.